Het is bijna Pasen. De supermarktschappen zijn volgepropt met paaseitjes, chocoladehazen en paasbrood. En dit terwijl de weken voor Pasen voor veel christenen een periode van vasten is. Op de dinsdag van carnaval wordt de vastenperiode ingeluid met ‘vastelaovend’, traditioneel de avond waarop de vooraadkasten geplunderd worden zodat men met lege keukenkastjes op middernacht de vastentijd kan beginnen.
Wie denkt dat vasten alleen iets is voor christenen en moslims heeft het mis. Meer en meer komen ook andere collectieve vastenperiodes op, zoals ‘dry January’, ‘stoptober’ en de nationale week zonder vlees. Behalve gezamenlijke vastenperiodes zijn er ook talloze individuele initiatieven. Een weekje detoxen op Ibiza of een telefoonloze wandeltocht in de woestijn.
Het valt me op dat de aandacht vaak uitgaat naar het vasten zélf, het jezelf onthouden van iets. Op social media lees je dan ook vooral trotse verhalen over de persoonlijke offers die iemand heeft gebracht. Op deze manier wordt een vastentijd onnodig versmald tot een periode die vooral iets kóst. Niet onbelangrijk natuurlijk. Maar zo wordt er wat mij betreft te gemakkelijk voorbijgegaan aan wat een periode van vasten kan opleveren.
Een periode van vasten kost meestal moeite, en zoals gezegd wordt daar vaak de aandacht op gericht. Maar is het ook de moeite waard geweest? Waarom wordt die vraag zo weinig gesteld? Het lijkt haast wel dat het vooral gaat om de prestatie van het vasten dan om het hogere doel dat tijdens het vasten bereikt wordt.
De paradox van vasten is: juist door iets niet te doen ontstaat ruimte. Ruimte voor bewustwording, ruimte voor inkeer, ruimte voor verandering. Door ingesleten gewoontes in een vastentijd te minderen of te stoppen word je je bewust van die ingesleten gewoontes en leer je die gewoontes van een afstandje te bekijken. Dat kan opluchting geven. Of confronteren. Er gebeurt bijna altijd wel wat. En het is jammer om hier zomaar aan voorbij te gaan.
Voor mij zou een periode van vasten dan ook niet primair moeten gaan om de vraag wat je zou willen minderen. De startvraag zou moeten zijn wat je zou willen vermeerderen. Denk bijvoorbeeld aan het vermeerderen van tijd voor een goed gesprek met je partner of met die ene vriend. Of tijd om aan je ouders te vragen wat je altijd al hebt willen vragen. Het vermeerderen van je persoonlijke gezondheid door je conditie te vergroten. Het vermeerderen van je persoonlijke inzet voor een duurzamere wereld. Als je dat doel helder hebt kan je vervolgens de vraag stellen hoe je dat doel kunt bereiken door jezelf van iets te onthouden.
Als je de aandacht verlegt naar het hogere doel van het vasten zal je ontdekken dat dit hogere doel in veel gevallen buiten jezelf ligt. Door zelf iets te minderen schep je ruimte voor iets anders. Of voor iemand anders.
Laten we deze vastentijd eens beginnen bij het vermeerderen: voor wie of wat zou je de komende weken ruimte willen scheppen?