Het vennetje ligt al jaren verscholen in het bos. En ik kom er ook al jaren. Toch gaat er telkens een golf van blijdschap door me heen als ik haar weer zie. Het wandelpad kronkelt daar een beetje en opeens kom je al kronkelend in een dicht bos de bocht om. Het bos opent zich en daar ligt ze, het vennetje. Afhankelijk van het seizoen een beetje verscholen of juist in vol ornaat. Elke keer dat ik de hoek omkom krijg ik het gevoel dat ik haar voor het eerst zie. Een gevoel van verwondering dat dus niet eenmalig is maar zich eindeloos lijkt te herhalen.

Veel plekken op aarde kunnen me het wow-effect geven. Maar vaak is dit een eenmalig moment. De plek blijft mooi maar de echte verwondering raakt me alleen de eerste keer. Eindeloze verwondering is voor weinig plekken weggelegd, net zoals dat geldt voor mensen overigens. Ik heb hetzelfde gevoel van eindeloze verwondering bijvoorbeeld als ik een duinopgang beklim en dan op een gegeven moment oog-in-oog sta met de zee. Dat moment gaat ook gepaard met een zekere spanning: hoe ligt de zee erbij vandaag?
Eindeloze verwondering manifesteert zich vaker in het negatieve, dat heet dan ergernis. We zijn blijkbaar beter in het ons keer-op-keer ergeren aan iets negatiefs dan dat we ons keer-op-keer laten verwonderen door iets moois.
Welke plekken, situaties of mensen zorgen voor jou voor eindeloze verwondering?