Het viel me vorige week opeens op langs de route van één van mijn avond-ommetjes: een paadje dat ik nog niet eerder had gezien. Wat een gek paadje. Het loopt langs een oprit van een huis schuin omhoog. In de stad loopt niets schuin omhoog. Waar zou dat paadje heengaan? Hoort het bij het huis en leidt het naar een verborgen tuin? Of is het gewoon een afvalberg waarop een paadje is uitgesleten?

Ik haalde mijn schouders op en liep door, met de gedachte dat ik het thuis wel op zou zoeken op Google Maps. Al scrollend en klikkend kreeg ik antwoord op mijn vraag. Blijkbaar kan je via dat paadje de geluidswal langs de snelweg oplopen en kan je via deze weg met een beetje uitzicht om de woonwijk heen. Mysterie opgelost, vraag beantwoord. Maar toen bekroop me een andere, veel wezenlijkere vraag:

Waarom liep ik dat paadje gewoon niet even in om het zelf te onderzoeken? Wat zou er mis kunnen gaan?

Als kleine jongen doolde ik vaak middagen met mijn vriendje op de fiets door het dorp. We deden dan vaak “weggetjes ontdekken”. Als we ergens een nieuw weggetje of steegje zagen, fietsten we daarin. Meestal om teleurgesteld te worden: het weggetje liep dood of we stonden opeens bij iemand in de tuin. Maar dat hadden we dan toch wel even mooi zelf ontdekt. Soms hadden we beet: een handig tussendoorpaadje of een compleet nieuwe straat. Dat was altijd smullen. O dat gevoel dat je helemaal verdwaald bent, de hoek omdraait en dan opeens weer een herkenbaar punt ziet. Heerlijk! Het “weggetjes ontdekken” heeft me nog veel opgeleverd in mijn tienertijd. Als bezorger van de ochtendkrant wist ik zeker dat ik overal de kortste route kon fietsen. Scheelt toch weer een paar minuten slapen.

Wat is er sinds die tijd met me gebeurd? Toegegeven, vroeger had je geen Google Maps. Hooguit het 100.000-stratenboek. Maar laat ik nu niet direct de schuld buiten mezelf leggen. Wat is er met dat avontuurlijke jongetje gebeurd? Het jongetje dat de wereld om zich heen aan het ontdekken was en zelfs blij was met een teleurstellend doodlopend zandpaadje. Wijsheid schijnt met de jaren te komen, maar dat geldt blijkbaar niet voor de hang naar avontuur en het onbekende.

Die greep naar Google Maps staat voor mij symbool voor een stuk controledrang. Een drang die laagdrempeliger gemaakt is met de moderne techniek. Maar toch ben ik het zélf die naar dat apparaatje grijpt om controle uit te oefenen op de situatie. Want stel je eens voor dat…ja wát eigenlijk? Dat het paadje doodloopt? Dat er struikrovers in de bosjes verstopt zitten? Dat ik opeens van de geluidswal afwaai? Wat zou het ergste zijn dat er kan gebeuren als ik ervoor kies om dit weggetje te gaan ontdekken, net zoals ik dat vroeger deed?

Een paar dagen later liep ik dezelfde route. Zelfverzekerd liep ik het paadje op. En ik kreeg wat Google me had voorgeschoteld: een mooie panoramische rondgang om een woonwijk. Halverwege de rondgang zag ik kinderen spelen. Ze hadden op een vlak stuk twee doeltjes gemaakt van jassen. Drie tegen drie speelden ze. Het was hun geheime voetbalplek. Zelf ontdekt waarschijnlijk. Helemaal geen Google Maps voor nodig.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *