Een wandeling langs betekenisvolle plekken uit de jeugd van bekende Nederlanders. Wekelijks kwam zo’n wandeling voorbij in mijn zaterdagskrant. Herinneringen werden opgehaald aan de hand van huizen, scholen en straten uit de vroege jeugd. Vaak gebeurt er wel wat op zo’n plek. Emotionele herinneringen komen op, goede en slechte tijden worden herbeleefd. In één van de interviews was er weerstand bij het zien van het ouderlijk huis. In een ander interview was er vrolijke verbazing over hoe het toch mogelijk was dat er zo’n groot gezin in zo’n klein huisje had kunnen wonen. Herinneringen kunnen op verschillende manieren versterkt worden. Muziek, een bepaalde geur en dus ook door een bepaalde plek te bezoeken.

Ik was er al vier jaar niet meer geweest. Wel in het dorp zelf. Maar de straat met het huis heb ik altijd gemeden. Niet echt met een reden, ik had er gewoon niet zo’n behoefte aan. Toch ligt er ruim 30 jaar aan herinneringen in dat huis. Het huis van mijn oma en opa. Het lag niet alleen bijna letterlijk in het middelpunt van Nederland, voor onze familie was het ook altijd het figuurlijke middelpunt. In dit huis kwamen de ooms, tantes, neefjes en nichtjes bij elkaar. Via oma, “de menselijke Facebook”, werd iedereen op de hoogte gehouden van de nieuwtjes binnen de familie. Als kind logeerden mijn broer, zus en ik er regelmatig en toen we zelf kinderen kregen werd trots de volgende generatie met maxicosi’s en spuugdoekjes het huis ingesleept.

Wat zou het met me doen als ik opnieuw voor dat huis zou staan? Vier jaar is geen lange tijd, maar toch. Ik neem de vertrouwde afslag. Rotonde rechtdoor. Langs het winkelcentrum en de voormalige pastorie *tuut tuut* en dan rechtsaf de bekende straat in. Vol verwachtingen sta ik voor het huis. En er gebeurt….niets…. Het raam waarachter oma (rechts) en opa (links) altijd reikhalzend naar ons uit zaten te kijken was afgesloten met donkere houten lamellen. De altijd bloeiende tuin was kundig versteend en omhekt. Het groene brievenbusje dat zo lang ik me kan herinneren van ellende bijna uit elkaar viel was vervangen door een deugdelijker exemplaar. Het was een ander huis geworden. Gewoon een willekeurig huis in een willekeurig dorp. Wat sta ik hier nou?

Ietwat beteuterd stap ik weer in de auto. De reportages uit de krant hadden mijn verwachtingen misschien iets teveel opgeklopt. Nu ik er toch ben kan ik net zo goed even bij de begraafplaats langs. En dan gebeurt er iets. Onbewust rij ik dezelfde, zeer onlogische, route van het huis naar de begraafplaats in de bossen. Ik rij door straten waar we zo vaak met opa en oma hebben gefietst. Ik zie bospaadjes die we allemaal weleens bewandeld hebben. Ik rij stapvoets, alsof ik in mijn eentje in de begrafenisstoet rijd. Het kraken van het grind van de parkeerplaats is een bekend kraken: hoe vaak ben ik hier niet met oma geweest om op bezoek te gaan bij “de mannen”: opa en hun veel te vroeg overleden zoontje.

Bij het graf komen de herinneringen. Herinneringen aan de beide keren dat we als familie bij dit open graf stonden. Maar vooral herinneringen aan een leven met de twee mensen die hier hun laatste rustplaats hebben gevonden. Herinneringen aan de vakanties, de vele verjaardagsfeestjes. De eindeloze fietstochten en de nog veel eindelozere verhalen over vroeger “in de oost”. Herinneringen aan de lichamelijke achteruitgang en de manier waarop ze daar op hun eigen(zinnige) manier mee omgingen. Herinneringen aan het onvermijdelijke einde.

Wat bij het huis niet gebeurde krijg ik nu dubbel en dwars voor mijn kiezen. Op die dodenakker in het bos komen waardevolle herinneringen weer tot leven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *